Deel dit artikel ‹ Terug

'Tranen van Brabant' Van Passietijd naar Pasen

Geplaatst op: dinsdag 14 maart 2023


Muzikale tradities uit het barokke kloosterleven in Noord-Brabant komen tot leven in Tranen van Brabant. Muziek tussen Aswoensdag en Pasen, veertig dagen vol litanieën, Stabat Mater, barok-gregoriaans en andere werken van Benedictus à Sancto Josepho, Herman Hollanders en Carl Rosier en Jan Baptist Verrijt.

In dit concert volgt na de Veertigdagentijd, ook wel Vastentijd genoemd, óók de muziek van de opstanding. De meeste gezangen zijn geschreven voor een bepaalde dag van het kerkelijk jaar. Zo hoort het O Vos Omnes van Herman Hollanders bij Witte Donderdag en is het Victimae Pascali Laudes voor Paaszondag geschreven. 


“Het onderzoek dat resulteerde in Tranen van Brabant brengt een schat aan tot nu toe onbekend repertoire naar boven. Deze herontdekte stukken veranderen de kijk op het Nederlandse muziekleven in de 17e en 18e eeuw. Er zijn zoveel werken van hoog niveau die nauwelijks tot niet gespeeld worden. Wij zijn geraakt door de eigenheid en zeggingskracht van dit bijzondere repertoire.” ~ Judith en Tineke Steenbrink.


Met solisten Hannah Morrison, Camille Allérat, Lucretia Starke, Laura Lopes en Ludmila Schwartzwalder.


Inspiratie uit het kloosterleven

Het onderzoek dat leidde tot het omvangrijke project Brabant 1653 inspireerde Tineke en Judith Steenbrink zich verder te verdiepen in het Brabantse 17e-eeuwse repertoire. Deze hernieuwde zoektocht bracht hen via veilingen en antiquairs naar veertig oude liturgische muziekboeken uit de 17e en 18e eeuw, met elk tussen de 400 en 900 pagina’s, afkomstig uit kloosters in Noord-Brabant. 


Het is een collectie van Nederlandse/ Brabantse Graduales, Antiphonales, Processionales en Vesperales; verschillende boeken met gregoriaanse gezangen voor allerlei gelegenheden. Deze verzameling vormt de basis van het meest recente onderzoek van Tineke en Judith Steenbrink, dat resulteert in het vervolgprogramma Tranen van Brabant.

 

De Brabantse stijl 

Tineke Steenbrink: “Terwijl we dit repertoire ontdekten, begonnen we de eigenheid van de Brabantse stijl te herkennen. Verrijt, Rosier, Hollanders en natuurlijk Benedictus a? Sancto Josepho hebben een unieke manier om de tekst tot uitdrukking te brengen. Niet over-dramatisch of overdadig, maar wel sterk emotioneel. Het is een herkenbare stijl die sterk expressief is. In alle motetten is dat te horen. Deze muziek kenmerkt zich door een pure devotie en tegelijkertijd een lichte speelsheid.” 

 

De ontdekking van de boeken riep initieel vele vragen op. Waarvoor werd een Processionale of een Antiphonale gebruikt? Wat waren de tradities bij de talloze feesten en heiligen? Hoe klonk dit Gregoriaans: eenstemmig met orgelbegeleiding, zoals in de inleidingen beschreven, in een barokke stijl met harmonieën, trillers en cadensen? 

 

Vrouwenstemmen

In dit programma is Holland Baroque uitgegaan van een bezetting van vrouwenkoor, zoals die bijvoorbeeld in kloosters van de Clarissen te Megen, de Karmelietessen in Boxmeer en de zusters van Maria Refugie in Uden hebben kunnen klinken. 


In katholieke kerken en kloosters werden de stemmen van vrouwen en mannen niet gemengd. Zoals we in het voorwoord van de Graduales uit de 17e en 18e eeuw is te lezen: "Zoals vrouwen- en mannenkoor wordt gehouden in zang; Mag niet doordringen tot het Mannenkoor in dat van de Vrouwen" (Graduale 1763 Amstelodammi T. Crajenschot)

 

Volgens muziekwetenschappers als Frans Jespers kunnen we ervan uitgaan dat er ook meerstemmig werd gezongen. Zelfs in de Graduales vind je meerstemmige zettingen van Latijnse gezangen. Terwijl de protestanten, sommige tot op de dag van vandaag, bleven vasthouden aan het zingen van eenstemmige psalmen en gezangen, zongen de katholieken graag meerstemmig. Zowel thuis als in de kerk.

 

Een geheel eigen, barokke Gregoriaanse stijl

Tineke Steenbrink: “Tranen van Brabant laat ons zien dat Brabant een eigen manier had van het uitvoeren van het barokke Gregoriaans. Benedictus à Sancto Josepho heeft daar een centrale rol in gespeeld. Het in kaart brengen van je eigen muzikale landschap is ontzettend spannend.”

 

Judith Steenbrink: “Na het eerste programma rondom de Brabantse componisten, Brabant 1653, zien we dat ook dit nog niet eerder gespeeld repertoire wederom van zeer hoog niveau is. De rijkheid van de partituur van bijvoorbeeld de Missa pro defunctis geeft aan dat er een enorme muzikale bedrijvigheid was. Zowel vocaal als instrumentaal. Een ware muzikale ontdekking”.


Op zondag 2 april treedt Holland Baroque op in de Schouwburg te Cuijk.