Liefdespoëzie in tijden van covid-19

Column S.F.Nar
vrijdag 8 mei 2020


Door het covid-19 geweld in de media van de laatste 8 weken werd er, althans in mijn ogen, te weinig speciale aandacht besteed aan het heengaan van een van Nederlands grootste poëten. Hans Verhagen, geboren in Vlissingen in maart 1939, overleed te Amsterdam in april dit jaar. Verhagen stierf, net 81, in een verzorgingshuis. Maar hij was niet alleen dichter. Ook journalist, kunstschilder en filmmaker. Van zijn hand verschenen diverse schitterende dichtbundels zoals Anatomie van een Noorman, Sterren Cirkels Bellen, Echoput & luchtkasteel, Eeuwige Vlam en zeker Duizenden Zonsondergangen. In 2017 kwamen zijn verzamelde gedichten uit onder de titel ‘Alle gedichten,’ bezorgd door Joep Bremmers. Hans Verhagen werkte mee aan spraakmakende tv programma’s van de VPRO als Hoepla en Het Gat van Nederland. Hij was verder redactielid van De Nieuwe Stijl als opvolger van het literaire blad Gard Sivik en behoorde tot de Zestigers. Daarnaast schilderde Verhagen met veel hartstocht. In december 2008 werd bekend gemaakt dat hem de P.C. Hooft-prijs voor Poëzie was toegekend. Met als motivatie: ‘vanwege zijn humor, zijn engagement, zijn
poëtische durf en eigenzinnigheid. Verbluffend goede poëzie.’ Naar mijn onbescheiden en ongevraagde mening is Hans Verhagen een van de grootste moderne Nederlandse dichters. Zijn gedicht ‘Duizenden Zonsondergangen’ imponeerde mij al in de jaren zeventig bij het verschijnen van deze gelijknamige dichtbundel. Dit titelgedicht is een vurig liefdesgedicht. Heel apart met een formidabele zeggingskracht. Ontroerend. En weemoedig. Oordeel zelf.

DUIZENDEN ZONSONDERGANGEN
Waar eens haar blonde haar
wapperde in hemels blauw
roest nu langs barre kust
haar gebroken schaats;
bloed aan het altaar.

Nog altijd sluip ik door het huis
der duizenden zonsondergangen
haar web is sterk,
ik ben het zelf,
mijn spel is uit.

Ik ben het zelf
waarin m’n bruidje scheepging;
waar we samen hebben ontbeten


vliegen nu de gieren
en vliegende zielen der schepping.

Het huidige overheidsbeleid inzake covid-19 berust vooral op advies van deskundigen vanuit het OMT en het RIVM. Veelal geen pure wetenschappers. Zou ook niet gewenst zijn, denk ik, omdat wetenschap niet geschikt is voor eenduidigheid. De kern van iedere wetenschappelijke
theorie is namelijk dat deze weerlegd kan worden en een zaak is van vaak lange adem. Het is wel nadrukkelijk gewenst dat de groep van deskundigen uitgebreid wordt met onder meer economen, psychologen, sociologen, filosofen, ethici, personen uit de sector kunst & cultuur
naast sport, generalisten en communicatiedeskundigen. Vanuit die laatste genoemde groep deskundigen hoor je steeds meer geluiden als: de overheidsvoorlichting is van bedroevende kwaliteit. Zoals het verkeerde taalgebruik (het ‘nieuwe normaal’). De paternalistische toon en het voortdurend gebrek aan psychologisch en sociologisch inzicht in het gedrag van individuen en groepen in onze samenleving. We nemen dat tot heden toe de ministersploeg nog niet echt kwalijk, doch kritische geluiden worden wel steeds sterker. Maar wie durft oprecht in de schoenen te gaan staan van het kabinet met premier Rutte aan het hoofd? Kwaliteit van leven dient nu expliciet centraal te staan in de ontgrendelingsmaatregelen. Voor mij bieden schrijven, muziek, literatuur, poëzie, inspirerende/uitdagende tv programma’s en nieuwsuitzendingen naast wandelingen en fietstochten in de hartstochtelijk ontluikende natuur volop genoegen, ondanks het duidelijke gemis aan gezelschap, horeca, theater, bioscoop, musea, evenementen en sport, vooral voetbal bij mijn club.

Daarom eindig ik met een sprankelend liefdesgedicht van de Belgische dichter Leonard Nolens(73). Hij ontving de prijs der Nederlandse Letteren in 2012 en de VSB Poëzieprijs vier jaar eerder. Uit zijn bundel “De Liefdesgedichten van Leonard Nolens” het mooi mystieke gedicht ‘Oogopslag.’

OOGOPSLAG
Toen jij me vroeg waarom ik van je hou
Heb ik het antwoord veertig jaar verzwegen.
Veertig jaar ben ik bij jou gebleven
Om geen antwoord op je vraag te geven.

Het staat in kringen om ons heen geweven

Neergeschreven. Vrienden en vreemden weten
Wat ik veertig jaar niet heb begrepen,
Wat ik veertig jaar probeer te lezen
In een oogopslag en zijn vragende blauw.


Liefdespoëzie biedt fantastische inspiratie en motivatie om ondanks gebrek aan bepaalde
vrijheden te blijven geloven in liefde in tijden van covid-19.

S.F. Nar