Traditionele media stervend?

Column S.F.Nar
vrijdag 17 januari 2020


Met de komst van met name internet aan het begin van dit millennium leken de traditionele media ten dode opgeschreven. Twintig jaar later is echter het journalistieke aanbod nog altijd groot. En bovenal blijken lezers toch geld over te hebben voor kwaliteit. Internet leidde namelijk tot journalistieke vernieuwing De prijs die daarvoor betaald wordt, zorgt voor een belangrijk minpunt: 60 procent van de redacties bestaat uit freelancers, die veelal belabberd betaald worden. Birte Schohaus, collega journalist en gepromoveerd, geboren in Duitsland, maar haar hart verpande aan Groningen, waar ze al 15 jaar af en aan woont, schreef vorig jaar een bijzonder interessant artikel genaamd ‘Meer media dan ooit’ in het blad Maarten!

De gouden tijden in de journalistiek liggen al zeker 20 jaar achter ons. Nu geen dagenlange snoepreisjes meer voor een interview op kosten van de zaak. Geen middagen meer doorzakken in de kroeg en dan uit de losse, door alcohol benevelde pols een stukje typen. Een column bijvoorbeeld. Is er nog wel ruimte voor onderzoeksverhalen die weken, zo niet maanden in beslag namen, zonder dat iemand er erg in had? Internet luidde het einde in van dit luxe bestaan. Internet is namelijk gratis en online nieuws dus ook. Kranten gingen vanaf 1999 ook steeds meer gratis nieuws op hun website aanbieden. En er kwamen ook gratis kranten zoals Spits en Metro. Je zou toen bijna het idee krijgen dat nieuws niets hoefde te kosten.
Doch in 2011 introduceerde The New York Times, wellicht de beroemdste krant ter wereld, een paywall. Maar ook het Financieel Dagblad stopte zijn content achter een betaalmuur. Via Blendle van Alexander Klöpping konden we voortaan losse artikelen voor een paar dubbeltjes kopen zonder een abonnement op een krant te hoeven nemen. Bij De Correspondent (Rob Wijnberg) kon je wel een abonnement nemen op online journalistieke artikelen. Klöpping is inmiddels overgeschakeld op het premiummodel: een maandelijks lidmaatschap voor een selectie van artikelen uit alle kranten. 100.000 abonnees zijn nodig voor winstgevendheid.

Blijven vernieuwen hoort natuurlijk bij de journalistiek. Het is zelfs inherent aan het vak. De ontwikkelingen gaan namelijk snel, zeker online. Toch is er reden voor optimisme over de toekomst van de krant. Er is nu veel meer pluriformiteit dan ooit. Het aanbod van kwaliteitsjournalisten is heel groot. De convergentie van internet en papieren krant is op alle redacties wel gelukt. Ze geloven erin en daarnaast is er een jonge generatie journalisten voor wie dit vanzelfsprekend is. Hoopgevend dus.

Het is absoluut niet waar dat journalisten niet meer nodig zouden zijn, omdat mensen zelf hun nieuws konden vergaren via blogs of social media. Ook de radio bleef bestaan toen televisie zijn intrede deed en kranten brengen nog steeds nieuws ondanks de komst van social media. Mensen zijn zowel prima in staat om te facebooken als ook de krant te lezen. Gebruikers kiezen voor elke behoefte het bijpassende medium. Voor nieuws weten we nog steeds de vertrouwde nieuwsmedia te vinden. Dat blijkt uit de cijfers. Wij blijven behoefte hebben aan gedegen berichtgeving. Bijvoorbeeld over politieke ontwikkelingen. Denk aan de opkomst van Donald Trump. Ook de diepgravende journalistiek in Nederland doet het goed. Ik verwijs naar de bonnetjesaffaire rondom Opstelten en Teeven. Er worden nog steeds volop ‘tegels gelicht’ (een uitdrukking van Henk Hofland).

Toch is er nog het nodige mis. Er is minder ruimte voor hoogvliegers, vooral in de regionale journalistiek. Door de financiële druk zijn de kranten steeds geformatteerder geworden. Financiering is nog steeds de grootste problematiek. Alhoewel er zeker behoefte is aan journalistiek blijft de vraag willen mensen daar nog voor betalen? Het verdienmodel blijft de achilleshiel. Vanaf 2000 is het aantal abonnees met 20 % gedaald. Maar de abonnementskosten zijn wel steeds verhoogd en er treedt vergrijzing op. Ook de totale verspreiding van de dagbladen is tussen 2004 en 2016 met 33% gedaald. Van de advertentie-inkomsten is nog maar 50% over. En een sluitend online verdienmodel ontbreekt nog steeds. Waarschijnlijker is dat de kranten straks voortaan digitaal gaan verschijnen en alleen in het weekend een papieren magazine. Wellicht zal de overheid onafhankelijke journalistiek willen subsidiëren hetgeen belangrijk is voor onze democratie. Nu hebben de twee grote krantenconcerns in Nederland( Mediahuis en DPG Media) nog een goede buffer. Maar nog maar 40% van de journalisten is in vaste dienst. Freelancers hebben een gemiddeld jaarinkomen van slechts 24.300 tegenover journalisten in vaste dienst 60.000. Het woordtarief is zelfs met een kwart achteruit gegaan.
Kwaliteitsjournalistiek zonder goede journalisten bestaat niet.

S.F. Nar