Europa: een verleden met toekomst?

Column S.F.Nar
vrijdag 22 november 2019


Momenteel ben ik volop aan het lezen in het bijzonder boeiende boek Grand Hotel Europa van de in Genua wonende Nederlandse schrijver, dichter  en classicus, geschoold in Leiden, Ilja Leonard Pfeijffer. Het boek, een pil van 547 bladzijden, kwam eind 2018 op de markt en is een grote roman van deze in Rijswijk geboren 51 jarige rasschrijver, die altijd tot in de puntjes verzorgd groots gekleed is en uiterst lang haar heeft.  In 2014 won hij de Libris Literatuurprijs met zijn roman La Superba, die zich afspeelt in uitgerekend Genua en waarin onder meer het migratievraagstuk feilloos wordt gefileerd. Voor Grand Hotel Europa werd Pfeiffer dit jaar  weer genomineerd voor dezelfde prijs, die echter aan zijn markante neus voorbij ging. De op zondagmiddag 24 november aanstaande in het Weijertheater optredende schrijver Rob van Essen, een van de drie gasten dan van Wim Daniëls, veroverde deze gewilde prijs met zijn opmerkelijke roman ‘De goede zoon.‘ Van Pfeiffer stamt het opvallende citaat: “Gebrek aan zelfvertrouwen is een karakterfout die ik niet bezit.“

Grand Hotel Europa heeft als een van de meeslepende thema’s, naast toerisme, globalisering  en een hartstochtelijk liefdesverhaal, het oude continent Europa, waar zoveel verleden is dat er voor toekomst  geen plek meer is, behalve dan door exploitatie van dat verleden in de vorm van toerisme. 

Recentelijk kwam ik in het bezit van een heel interessante lezing getiteld “Europa: een verleden met een toekomst?” van emeritus hoogleraar geschiedenis Peter Rietbergen, die hij hield ter gelegenheid van de opening van het HOVO-jaar (Hoger Onderwijs voor Ouderen) op 14 september 2019.  

Rietbergen, geboren in Bemmel, ziet in deze lezing van 28 pagina’s, het huidige politieke Europa, het Europa van de Unie, geconfronteerd met drie vooralsnog structurele problemen. 

Het eerste probleem. De Unie is de afgelopen jaren fors vergroot door de toetreding van vooral een reeks staten in de oostelijke en zuid-oostelijke periferie van de regio. De toetredingen zijn veelal niet tot stand  gekomen omdat de zittende leden solidair wilden zijn met de volken die door het communisme onderdrukt waren, al werd dat natuurlijk propagandistisch breed uitgemeten. Doorslaggevend was hun hoop zo het kerngebeid van de oorspronkelijke Unie te beschermen tegen de vijand Rusland. Dat is begrijpelijk, maar minstens een aantal van deze nieuwe lidstaten, zoals Polen, Hongarije en Roemenië, draagt niet bij tot de toch al niet ideale cohesie in de Unie. Het zijn zwakke staten, zeker politicologisch en slechts op papier democratieën.

Het tweede probleem is de opname van de miljoenen vluchtelingen uit Azië en Afrika. Deels is die mogelijk geworden door de solidariteit die althans een aantal landen binnen de EU kenmerkt. Doch algemeen afdwingbaar is die solidariteit niet door de  zwakke structuur van de Unie. Nederland  heeft mede schuld, door het ontbreken, ook op dit punt, van  een helder standpunt  aan de politieke chaos in Italië, die deels door deze vluchtelingenproblematiek wordt veroorzaakt. Het cultureel-politieke gevolg van de aanhoudende vluchtelingenstroom is intussen onmiskenbaar. Want veel vluchtelingen ontberen enig besef van het belang van, en hoe  te leven met Europese kernwaarden zoals bijvoorbeeld met de lusten en lasten van solidariteit en tolerantie en van gelijkwaardigheid tussen man en vrouw.

Een derde en laatste probleem hangt beslist samen met de twee vorige, maar heeft ook een eigen oorzaak, namelijk in de gevolgen van het ongebreidelde neo-liberale kapitalisme dat in ons werelddeel zijn kans gekregen heeft. De kloof tussen arm en rijk groeit, zelfs in de welvarende landen in West- en Centraal Europa. Ook daar ontstaat een onderklasse van ontevredenen die, goeddeels buiten haar schuld, sociaal-politiek uit de boot valt. Op dit moment is circa 20% van de volwassen Europese bevolking door verschillende oorzaken laaggeletterd.  Eén op de vijf volwassenen kan dus enigszins complexe teksten – in de landstaal geschreven of gesproken – niet volgen! Dat is een wezenlijk gevaar voor de toekomst, van elk land en van Europa. 

Wie niet in staat zijn de steeds ingewikkelder problemen van onze wereld te analyseren, maar wel hun stem mogen uitbrengen, kunnen, door de invloed van populistische lieden op de rechter- en de linkerzijde van het politieke spectrum, een bedreiging vormen voor hun eigen samenleving, althans voor de samenleving zoals die ons voor ogen staat. Doch de samenleving wordt evenzeer bedreigd door de vele mensen die wel geletterd zijn, die beter kunnen weten, maar zich laten drijven door kortzichtig eigenbelang of door angst om het behoud van een eigen, zogenaamd nationale identiteit. 

En toch blijf ik dromen over een Europa dat wel in staat is grote structurele problemen aan te pakken. Moet Europa niet een bondsstaat worden  zoals de VS, Duitsland en Zwitserland? 

S.F. Nar