Opdat we nooit vergeten

Column S.F.Nar
vrijdag 6 december 2019


Voor me ligt een boek van 223 pagina’s met een harde kaft. Een boek over de laatste wereldoorlog in Boxmeer. Zondag 24 november 2duizenden19 werd dit boek op bijzondere wijze gepresenteerd in een volle theaterzaal van De Weijer. Bovenaan in het wit met een dieprode achtergrond met daarin in het zwart een hoogblije Bok met wimpel prijken de namen van de auteurs Guido Siebers en Geurt Franzen. Daaronder in het geel met een blauwe achtergrond de titel: ”Tot frontgebied verklaard”. De subtitel in het wit luidt: ’Bevrijd maar niet vrij: Boxmeer in de frontlinie in de winter van 944/1945.’

De inmiddels naam makende regionale, in Boxmeer gevestigde, uitgeverij Reinaert tekent voor deze schitterende uitgave, waarvan het omslagontwerp, de studiofotografie en het binnenwerk afkomstig is van Kevin Siebers, werkzaam bij Cybox en broer van Guido, amateurhistoricus van slechts 31 jaar. De eindredactie voerde Cuijkenaar René Megens, collega van freelance journalist en schrijver Geurt Franzen, 30 jaar minder jong dan Guido. Het boek is geschreven ter nagedachtenis aan Jan Jansen (1924-1945), broer van de grootmoeder van Guido Det Jansen, die een hecht paar vormde met Beersenaar Henk Siebers. Het boek is voor dit onafscheidelijke echtpaar gemaakt. Beiden altijd aanwezig op de jaarlijkse Dodenherdenking in Boxmeer op 4 mei.

Jan Jansen was een lid van de bewakingstroepen van de Binnenlandse Strijdkrachten(BS) die in de winter van 1944/1945 Boxmeer bewaken. Volgens de auteurs “een gewone Boxmeerse knaap, moedig en gewiekst.” Zijn eenentwintigste verjaardag viert hij in januari 1945 in een verlaten Boxmeer waar sneeuwstormen door de glasloze vensters van kapotgeschoten huizen jagen. Bijna niemand schudt hem de hand, want de rest van het gezin is geëvacueerd naar Casteren, dorp van de gemeente Bladel. Dan breekt februari aan. Het is in de nacht van de tweede op de derde. De Britten en de Canadezen bereiden zich voor op een aanval op de Duitse linies. Samen met Wim Hendriks bewaakt Jan de spoorlijn. Vier Duitsers kruisen hun pad en gebieden het tweetal de handen in de lucht te steken. De lopen van hun machinegeweren op hen gericht. Wim raakt heel bewust met de kolf van zijn geweer een Duitser midden in het gezicht en er ontstaat chaos. Jan en Wim gaan er als hazen vandoor. De kogels vliegen over hun oren. Wim kan zich ternauwernood redden van de Moffen. Jan is echter zwaargewond en ligt in een boerderij aan de Rijkevoortseweg.

Snelle medische hulp is dringend gewenst. Vier kogels hebben hem geraakt, waarvan een dwars door zijn buik en die zit nu in zijn rug. Jan wordt vliegensvlug naar een veldhospitaal te Wanroy gebracht en geopereerd. Hij is daar nog net in staat zijn verhaal uiterst moeizaam te vertellen.’Ik ben gegrepen door de Duitsers, maar kan, door me te ontdoen van mijn zware overjas, vluchten, nadat ik een van de Duitsers geschopt heb.’ Ondanks de zware verwondingen bereikt hij de boerderij van Heijnen, ook lid van de BS. Na de zware operatie wordt Jan naar het Elisabethgasthuis in Grave gebracht. Hij vecht voor zijn leven, maar helaas vergeefs. De volgende nacht, de vierde februari, sterft hij. Grote verslagenheid in Casteren en Boxmeer. Jan wordt begraven op de zesde van die maand op het koude kerkhof te Sint Anthonis. Enige jaren later herbegraven op de begraafplaats aan de Carmelietenstraat te Boxmeer. Zijn laatste rustplaats vindt Jan in de jaren 80 op het Ereveld te Loenen, te midden van andere jonge mannen die gestorven zijn voor volk en vaderland.

De dramatische dood van Jan Jansen uit Boxmeer op eenentwintig jarige leeftijd. Klein, maar onmetelijk leed in een vies vuile oorlog. Terwijl Boxmeer al bevrijd was in de eindweek van september 1944, eisen de laatste schermutselingen hun tol, omdat Boxmeer nog maanden frontgebied blijft tot de echte bevrijding in 1945. In 2020 75 jaar geleden. Een monument van een boek brengt deze maanden in 1944 en 1945 vóór de echte bevrijding van Boxmeer weer tot volledig leven. Opdat we nooit vergeten.

S.F. Nar